Veilig de weg op
Gepubliceerd op: 28-10-2024
Weggebruikers moeten de komende maanden weer extra rekening houden met mist en gladheid. Met deze tips ga jij optimaal voorbereid de weg op!
Tips & tricks voor veilig rijden met gladheid:
Afstand: als de wegen plotseling glad worden, is het allereerst belangrijk om de afstand tot de andere weggebruikers te vergroten. Rem niet abrupt, maar ga langzaam van het gas en druk voorzichtig het rempedaal in.
Sturen: heftige stuurbewegingen en abrupt gas geven verhogen het slipgevaar. Verlaag in ieder geval de snelheid in de bochten en stuur gelijkmatig in en uit. Houd ook het tempo constant in de bocht. Wanneer de voorwielen toch hun grip verliezen, laat dan voorzichtig het gas los, of rem totdat het antiblokkeersysteem (ABS) van de auto ingrijpt.
Uitbreken: als de achterkant van het voertuig dreigt uit te breken, kan bij een auto met voorwielaandrijving de auto uit een slip worden gehaald door licht gas bij te geven en te sturen in de richting waar je naartoe wilt. Bij achterwielaandrijving is het een kwestie van voorzichtig het gas loslaten of ontkoppelen.
Remmen: bij gladheid is de remafstand lang - zelfs met winterbanden. De beste manier om te vertragen is om ook op de motor af te remmen. Als de auto blijft slippen: remmen totdat de grip is hersteld. Het ABS zorgt ervoor dat de auto bestuurbaar blijft. Op gladde wegen is het altijd raadzaam om altijd één versnelling lager te rijden dan normaal.
Kijken: raak je toch in een slip, kijk dan waar je heen wilt en niet waar je níet heen wilt. Door te kijken naar het obstakel dat je niet wilt raken, stuur je er onbedoeld toch naartoe.
Kiezen: onthoud in geval van plotselinge sneeuwval of gladheid: snelwegen en hoofdwegen (busbanen) worden eerst sneeuwvrij gemaakt. Blijf daarom altijd op de hoofdwegen en vermijd zijwegen.
Slipcursus: met het volgen van onze slipcursus leer je om bovenstaande tips op een veilige manier uit te voeren.
Tips en tricks voor veilig rijden in de mist:
- Bij een zicht van minder dan 200 meter bij mist, regen of sneeuw, moet je de mistlampen aan de voorkant van de auto gebruiken. Zodra het zicht aanzienlijk verbetert, moeten ze meteen uitgezet worden, omdat ze medeweggebruikers kunnen verblinden.
- Zet niet je grootlicht aan. Het is niet verboden, maar grootlicht wordt verspreid en gereflecteerd door de waterdruppels in de mist, waardoor je minder ziet.
- Mistachterlichten mogen alleen gebruikt worden wanneer het zicht minder dan 50 meter is door zware sneeuw of mist. Een handige truc om in te schatten hoeveel je ziet, is door naar de hectometerpaaltjes langs de weg te kijken. Die staan precies 100 meter uit elkaar. Let op: het gebruik van mistachterlichten is bij hevige regenval verboden, omdat de reflectie achterliggers zou kunnen verblinden.
- Pas op voor het ‘aanzuigeffect’. Mensen hebben de neiging om in de mist steeds sneller te rijden om hun voorligger te kunnen blijven zien bij gebrek aan referentiepunten. Dat kan voor gevaarlijke situaties zorgen.
- Let ook op met automatische koplampverlichting. De lampen gaan dan door een sensor automatisch aan wanneer het donker wordt, maar dat is bij mistvorming niet altijd het geval.
- Wees geduldig tijdens het rijden in mistig weer. Rem langzaam om andere voertuigen de kans te geven om te reageren. Kettingbotsingen ontstaan vaak doordat mensen bij het inrijden van een mistbank te abrupt afremmen.
Overige tips
- Maak de autoruiten schoon. Vieze autoruiten zorgen voor minder zicht en dus is het verstandig om de autoruiten goed schoon te maken, ook aan de binnenzijde. Hierdoor verlaag je de kans op condensvorming aan de binnenzijde, die het zicht verder kan verminderen. Veeg tijdens het rijden met de ruitenwissers de kleine waterdruppels op de ruiten weg.
- Auto’s met zogenoemde adaptieve cruisecontrol zijn voorzien van radar. Deze meet, door de mist heen, wat de afstand is tot de auto voor je en remt wanneer daar reden voor is. De apparatuur wordt niet gehinderd door mist en kan weliswaar niet worden gebruikt als leidraad, maar wel als extra hulp om veilig door de mist te rijden.
- Vertrek op tijd. Rijkswaterstaat houdt vanuit verkeerscentrales de spitsstroken met camera’s in de gaten. Als er een ongeval is, kan de dienst de spitstrook snel sluiten. Bij mist en sneeuwval kunnen medewerkers vaak zo weinig zien, dat ze uit veiligheidsoverwegingen de spitsstroken dichthouden. Dat kan leiden tot extra files en vertragingen.